Artrose van de knie
Kraakbeenschade
Artrose is een aandoening waarbij de kwaliteit van het kraakbeen afneemt en knieklachten ontstaan. Hierbij wordt vaak aan oudere personen gedacht. Maar kraakbeen kan ook door een ongeval, operatie of blessures beschadigd raken waardoor op jongere leeftijd al sprake kan zijn van knieartrose.
Klachten
Als het kraakbeen beschadigd raakt of verloren gaat, ontstaan er kleine scheurtjes in het buitenste gedeelte van het bot. Deze scheurtjes kunnen pijn veroorzaken bij belasting.
Beschadigingen van deze beschermlaag zorgen ervoor dat de belastbaarheid van de knie achteruit gaat. Dit merk je voornamelijk als dagelijkse activiteiten moeizamer gaan, zoals langere afstanden lopen. De knie voelt stijver of strammer bij bewegen en na een tijdlang gezeten of gelegen te hebben gaat opstaan moeizaam of is dit pijnlijk. De pijnklachten hebben een wisselend karakter maar kunnen uiteindelijk dag en nacht aanwezig zijn. Zwelling van de knie komt veel voor bij beschadiging van het kraakbeen.
Anatomie
Gewrichtskraakbeen is een bindweefselvorm dat in alle synoviale gewrichten (gewrichten met vloeistof) van het lichaam voorkomt. De botuiteinden in dergelijke gewrichten zijn bedekt met kraakbeen, ook wel gewrichtskraakbeen genoemd. De dikte van dit kraakbeen is enkele millimeters tot een halve centimeter. Hoe dik het kraakbeen is, is afhankelijk van de hoeveel en intensiteit van belasting. Voornamelijk de belasting die tijdens de groeifase op het kraakbeen inwerkt, beïnvloedt deze laag. Hoe beter die belasting, des te dikker het kraakbeen wordt. De groeimogelijkheden van de kraakbeenlaag in deze periode zijn echter wel begrensd. Er wordt dus geen oneindig dikke laag kraakbeen aangemaakt.
Functie van het kraakbeen
Het gewrichtskraakbeen heeft meerdere functies, waaronder het opvangen van stoot- en drukkrachten. Het is een beschermlaag voor alle krachten op het gewricht die anders direct op het bot inwerken. Kraakbeen bestaat uit bindweefselstructuren die water kunnen opnemen en binden. Dit is van belang om de krachten die op het gewricht komen goed te kunnen opvangen. Dit is te vergelijken met een waterbed. Op deze manier is ook te begrijpen dat het lichaamsgewicht een belangrijke rol speelt. Hoe meer lichaamsgewicht het kraakbeen moet dragen hoe meer vocht er vast gehouden moet worden in het kraakbeen. Zoals bij een waterbed, hoe zwaarder een persoon hoe meer water er in het bed moet.
Een andere functie van het gewrichtskraakbeen is het verminderen van de wrijvingskrachten tussen de gewrichtsvlakken. De gewrichtsvloeistof (synovium) ondersteunt deze functie. Zie het als twee glazen platen die spiegelglad zijn en door wat druppels water nog beter over elkaar kunnen schuiven.
Kraakbeen fungeert als spons
Onder druk verandert de vorm van het kraakbeen. Dit door het eigen lichaamsgewicht of door verhoogde belasting tijdens activiteiten. Denk hierbij aan een spons. Als er veel druk op komt verplaatst de vloeistof zich naar plekken waar minder druk is. Als een spons ‘ontspant’, kan deze weer water opnemen. Dit gebeurt ook in het kraakbeen. Bij belasting geeft het kraakbeen vloeistof af en daarmee ook afvalproducten. Bij ontspanning neemt het kraakbeen weer water, zuurstof en voedingsstoffen op.
Voor behoud van gezond gewrichtskraakbeen is het evenwicht tussen belasting en ontspanning van enorm belang. De cellen van het kraakbeen hebben immers voedingsstoffen nodig om zich te kunnen blijven ontwikkelen. Deze voedingsstoffen komen uit het gewrichtsvloeistof en de botten. De kwaliteit van de gewrichtsvloeistof bepaalt in hoge mate de kwaliteit van de voedingsstoffen. Dit laat meteen zien dat langdurige overbelasting, maar ook langdurige onderbelasting, een negatief effect heeft op de kwaliteit van het kraakbeen.
Oorzaken kraakbeenschade
- Onderbelasting op langere termijn
- Overbelasting op langere termijn
- Ouderdomsdegeneratie en verbening
- Trauma’s
- Reumatische artritis
- Jicht
- Overgewicht
Onderbelasting op langere termijn
Waarschijnlijk is dit de grootste bedreiging voor de kwaliteit van het gewrichtskraakbeen. Dit treedt op als gevolg van langdurig zittende werkzaamheden, een bedreigend gevolg van onze welvaartsmaatschappij. Hierdoor komt het kraakbeen minder onder druk te staan en verloopt de uitwisseling van afvalstoffen en voedingsstoffen niet optimaal. Dit speelt ook bij een gedwongen periode van bedrust of een gipsperiode (immobilisatie van het gewricht).
Kraakbeencellen kunnen zich niet sterk houden en treedt vervorming op. Dit als eerste aan de randen van de gewrichtsvlakken, de locaties waar het minst bewogen wordt. Het verklaart de bewegingsbeperkingen van een gewricht waarvan het kraakbeen versleten is. Kraakbeen is een gladde structuur, maar door degeneratie komen er hobbels en gaten in deze structuur. Bewegen over een hobbelige weg is niet fijn, kan pijn doen en wordt dus vermeden.
Overbelasting op langere termijn
Ook voortdurende overbelasting heeft negatieve gevolgen. Voornamelijk het eenzijdig belasten van gewrichten. Bijvoorbeeld de stratenmaker die altijd op zijn knieën zit. Hierbij wordt de knie altijd op hetzelfde punt belast. Overbelasting kan ook ontstaan als er plotseling grote krachten inwerken op ongetraind en ondervoed kraakbeen. Dit kan leiden tot beschadiging van de bindweefselcellen. Als deze beschadiging nog meer verslechtert, kunnen kraakbeencellen in het gewrichtskapsel komen wat een ontstekingsreactie geeft. Het lichaam reageert daarmee op een ongewenste verandering. Dit fenomeen verklaart waarom een gewricht met artrose af en toe acute pijnklachten geeft.
Ouderdomsdegeneratie en verbening
Degeneratie (achteruitgang) van het gewrichtskraakbeen vindt plaats in de loop van het ouder worden. Men doelt hiermee voornamelijk op de celkwaliteit als vermogen om vocht en voedingsstoffen te transporteren. Of dit altijd de directe oorzaak is mag afgevraagd worden. Een belangrijk punt, dat meestal gelijk op gaat met ouder worden, is het gebrek aan beweging. Hierdoor wordt het belangrijke evenwicht tussen belasting en ontspanning ontregeld.
Het natuurlijke verouderingsproces kan ook leiden tot kraakbeenveranderingen vanuit het bot en in dat geval wordt het kraakbeen ook aan die kant dunner. Het bot ‘verbeent’ en draagt daardoor bij aan de artrose.
Trauma’s
De hierboven genoemde oorzaken ontstaan over een langere tijdsperiode. Er kunnen natuurlijk ook traumatische beschadigingen optreden. Deze beschadigingen kunnen ontstaan tijdens een blessure, tijdens sport of het dagelijks leven. In sommige gevallen kan zelfs een kraakbeenfragment losbreken en in het gewricht komen. Als gevolg van deze traumatische beschadigingen aan het kraakbeen kan vervroegde artrose optreden.
Reumatische artritis/ Jicht
Artrose is de meest voorkomende vorm van reuma in Nederland, vaak wordt het als een verouderings aandoening gezien. Daarnaast is het een ziekte van het gehele gewricht en niet alleen het kraakbeen op zichzelf. Zoals eerder al beschreven bepaald het gewrichtsvloeistof in hoge mate de kwaliteit van voedingsstoffen in een gewricht. Als door een andere gewrichtsaandoening zoals reumatische artritis (RA) of jicht grote hoeveelheden ontstekingswaardes in een gewricht komen neemt de kwaliteit van het gewricht af, waardoor de kans op artrose wordt vergroot.
Overgewicht
Overgewicht wordt vaak als oorzaak gezien van artrose, dit is wetenschappelijk gezien niet vastgesteld. Het is wel vastgesteld dat artrose vaker voorkomt bij personen met overgewicht. Wat wil zeggen dat het overgewicht zelf niet de daadwerkelijke oorzaak is, maar dat vermoedelijk andere factoren die hierbij vaak een rol spelen wel zoals; inactiviteit, aangepast looppatroon en ontstaan van andere gewrichtsaandoeningen zoals RA en jicht.
Onderzoek
De huisarts of fysiotherapeut voert een lichamelijk onderzoek uit. Naar aanleiding van dit onderzoek, in combinatie met de voorgeschiedenis, kan overwogen worden om een röntgenfoto aan te vragen.
Hierbij moet een belangrijke kanttekening gemaakt worden. Dat wat er op de foto gezien wordt, hoeft geen verband te hebben met de klachten. Zo kan een lichte kraakbeenbeschadiging al klachten geven, terwijl een volledig beschadigde kraakbeenlaag nog geen klachten geeft.
Om deze reden wordt een röntgenfoto alleen gebruikt als er verdenking is van kraakbeenschade na een trauma. Dit omdat deze schade het herstelproces van het trauma beïnvloedt. Als de klachten dusdanig beperkend zijn, kan er een röntgenfoto aangevraagd worden met de bedoeling eventueel een gewrichtsvervangende operatie uit te voeren. Als deze intentie niet aanwezig is bij de desbetreffende persoon, dan wordt veelal de behandeling gestart zonder röntgenonderzoek. Hiervoor wordt meestal gekozen omdat blootstelling aan röntgenstraling tot het minimale beperkt moet worden en de eventuele uitslag van de foto geen/weinig invloed heeft op het verdere behandeltraject.
Symptomen van kraakbeenschade:
- Startpijn na lange tijd gezeten of gelegen te hebben
- Pijn die vermindert tijdens bewegen
- Bewegingsbeperkingen in het gewricht
- Eventueel vocht in het gewricht (het bekende ‘vocht in de knie’)
- Krakende geluiden uit het gewricht (crepitaties)
Behandeling en herstel van kraakbeen
Herstel van kraakbeen is mogelijk als het gewricht – en dus ook het kraakbeen – voldoende prikkels ontvangt door belasting en ontspanning. De mate van de beschadiging speelt hierbij een belangrijke rol. Voor het herstel van het kraakbeen is smering van de gewrichten noodzakelijk. Deze smering is van belang om de wrijvingskrachten tijdens het bewegen tot een minimum te beperken. Bij bewegen komt er gewrichtsvloeistof vrij, maar is de belasting van het bewegen te groot dan ontstaat overbelasting wat een nadelig effect heeft op het kraakbeen. Om deze reden wordt er geadviseerd te bewegen zonder belasting (passief). Hieronder verstaan we voornamelijk zwemmen, fietsen en het passief bewegen door een fysiotherapeut of door een apparaat.
Oefeningen
Bekijk hier de oefeningen voor knieartrose.