De bouw van het kniegewricht
De term ‘kniegewricht’ is een verwarrende term. Het kniegewricht bestaat namelijk eigenlijk uit twee gewrichten. We noemen het daarom een samengesteld gewricht. Dit samengestelde gewricht kan onderverdeeld worden in de volgende twee gewrichten:
- Tibiofemoralis (dit gewricht bedoelen we meestal als we het over het ‘kniegewricht’ hebben).
- Patellofemoralis (knieschijfgewricht).
Art. tibiofemoralis
Het tibiofemorale gewricht bestaat uit het bovenbeen en het scheenbeen die over elkaar heen kunnen rollen en glijden. Het uiteinde van het bovenbeen vormt een gewrichtskop. Het uiteinde van het scheenbeen vormt een (relatief platte) gewrichtskom. Het principe van een ‘kop’ en een ‘kom’ zien we ook in andere gewrichten terug.
Het uiteinde van het bovenbeen bestaat uit twee condylen. Dit zijn bolvormige uitsteeksel aan het einde van het bot. De condylen rollen en glijden over het scheenbeen heen. Doordat het scheenbeen zelf niet echt hol is, vervullen de menisci hierin een belangrijke rol. Deze maanvormige schijfjes maken de kom van het kniegewricht wat dieper zodat de kop hier beter in past.
Art. patellofemoralis
De knieschijf vormt samen met het bovenbeen het patellofemorale gewricht. De knieschijf ligt als het ware bovenop het tibiofemorale gewricht en glijdt tussen de twee condylen van het bovenbeen door. Met een beetje fantasie zie je hierbij dat het bovenbeen de gewrichtskom vormt en de knieschijf de gewrichtskop.
Naast de sturing die de knieschijf dankzij de vorm van de gewrichtskom krijgt, wordt de knieschijf verder alleen gestuurd en gestabiliseerd door de weke delen van het kniegewricht. Dit zijn de spieren, kapsels en banden.