De functie van het kniegewricht
Het kniegewricht speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is de schakel tussen het bovenbeen en het onderbeen. Hierdoor is de knie onmisbaar voor primaire functies van de benen. De belangrijkste functies van de knie worden dagelijks uitgevoerd bij het voortbewegen en het uitvoeren van verschillende activiteiten.
De belangrijkste functies van het kniegewricht zijn het ondersteunen van het lichaamsgewicht, het overbrengen van de krachten tussen de romp en de benen en het plaatsen van de voet in de ruimte.
Het kniegewricht verbindt de twee langste botten van het lichaam met elkaar, door deze lange botten is er bij de krachtoverbrenging sprake van een grote hefboomfunctie. Door de grote lastarm worden er veel trekkrachten op het gewricht uitgeoefend.
Daarnaast heeft de knie het grootste gewrichtskapsel van alle gewrichten als je kijkt naar de totale oppervlakte. In dit gewrichtskapsel hechten alle banden en pezen aan die een functie hebben op de knie en die dus aan grote krachten blootgesteld worden.
De knie zorgt mede voor plaatsing van de voet tijdens het voortbewegen, maar ook voor de plaatsing van de voet en onderbeen in de open ruimte. Dit wordt ook wel gesloten keten en open keten genoemd. Bij een gesloten keten is er sprake van twee gefixeerde punten, bijvoorbeeld de romp en ondergrond waar de voet opstaat. Een open keten is aanwezig tijdens bijvoorbeeld een trap geven, maar ook tijdens het hardlopen als het achterste been door de lucht “zwaait”.
Al deze functies vragen veel van de knie. Ten aanzien van de mobiliteit, maar voornamelijk van de stabiliteit. Onder stabiliteit wordt verstaan de mogelijkheid om balansverstoringen op te kunnen vangen. Bij balansverstoringen horen niet alleen misstappen of verandering van ondergrond maar ook de dagelijkse zwaartekracht en verstoringen van de hefboomkracht van het onderbeen in de open keten.
De belangrijkste factor voor de stabiliteit van de knie is de opbouw van het gewricht. De vorm van het bovenbeen en scheenbeen, de banden en het kapsel dragen allemaal bij aan de stabiliteit van de knie. Dit wordt de zogenaamde structurele stabiliteit genoemd.
Daarnaast is er nog een functionele component aanwezig. Hierbij spelen de spierkrachten en gewrichtsbelasting een belangrijke rol. De stabilisatie door middel van spiercontractie wordt ook wel dynamische stabilisatie genoemd. Deze kan alleen stabiliteit geven als de verstoring langzaam of voorspelbaar genoeg is. Bij een trauma of acuut letsel zien we dat de verstoring te snel is waardoor de zogenaamde passieve structuren stabiliteit moeten geven.
De buig- en strekbeweging van de knie moet gecontroleerd plaats kunnen vinden, zonder allerlei bijkomende bewegingen. Dit gebeurt door een nauwe samenwerking van de spieren rondom het gewricht. Als een spier moet aanspannen, moet een andere spier juist ontspannen om beweging in het kniegewricht te krijgen.
De knie is een scharniergewricht en heeft daardoor liever niet teveel rotaties en zijdelings bewegingen. Deze rotaties en zijdelingse bewegingen worden door verschillende structuren opgevangen, zoals het kapsel en banden van het kniegewricht.